In onze eigen praktijk worden we met regelmaat geconfronteerd met bijzondere ontslagprocedures. De volgende ontslagzaak is er niet een uit onze eigen praktijk, maar is interessant genoeg om toe te lichten.
Het volgende is er aan de hand. Een verkoopster van een kledingwinkel heeft op een willekeurige avond de kassa van haar afdeling afgeslagen. Daarbij telt ze ook het aanwezige geld in de kassa om vervolgens met het geld en de kassa-afslag naar de centrale kassa te gaan. Het is gebruikelijk dat daar opnieuw het geld wordt nageteld. De verkoopster, die later verklaart gespannen en vermoeid te zijn, vindt het erg lang duren. Als op enig moment een andere afdeling ook nog eens eerder aan de beurt is, verliest ze haar zelfbeheersing. Een woordenwisseling ontstaat en even later is de woordenwisseling een ordinaire scheldpartij. Daarbij gooit ze haar geldmandje op de grond, waartoe anderen de woedende verkoopster naar buiten begeleiden.
Drie dagen later volgt een ontslag op staande voet die via een brief wordt bekendgemaakt. In de brief wordt gesproken over het agressieve gedrag van de verkoopster dat zelfs op camerabeeld is vastgelegd. De verkoopster in kwestie wil het er niet bij laten zitten en komt via een zaakwaarnemer met het argument dat het ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven en dat een dringende reden ontbreekt. Daarbij eist de verkoopster ook een ‘billijke’ vergoeding van ruim 10.000 euro.
De rechter is van mening dat het ontslag wel onverwijld is, er zaten weliswaar 3 dagen tussen het voorval en het ontslag op staande voet, maar die dagen waren nodig om goed overleg te kunnen hebben. Echter, de rechter vindt dat de reden niet zwaar genoeg is voor onmiddellijk ontslag. De motivatie van de rechter is als volgt; het betreft een eenmalig op zichzelf staand incident. Nergens is gebleken dat er eerder ongewenst gedrag is vertoond door de verkoopster. Tevens is eerder nooit sprake geweest van een aantekening of waarschuwing. Als extra argument voert de rechter ook nog eens aan dat in het personeelshandboek niets staat beschreven over ontslag na overtreding van bepaalde regels. De geëiste billijke vergoeding gaat overigens wel grotendeels van tafel. Van de geëiste 10.000 euro blijft een bedrag over van 2500 euro, plus de uitbetaling van bijna 2 maanden salaris.
De les die hieruit geleerd kan worden is, dat een eenmalig incident, zoals een woedeaanval, niet zomaar een ontslag op staande voet rechtvaardigt. De werkgever zou mogelijk meer kans hebben gehad als er binnen de onderneming een duidelijk sanctiebeleid zou zijn gevoerd en vastgelegd met betrekking tot dit soort incidenten.
Heb je vragen over het opstellen en invoeren van een goede beleidsregels voor medewerkers? Of over ontslag (op staande voet)? Praat er eens over met Christophe van Uden van Beks Advocaten. info@beksadvocaten.nl