Bestuurders van een B.V. zijn in geval van faillissement aansprakelijk voor het volledige tekort, indien (kort gezegd) niet is voldaan aan de boekhoudplicht. De vraag rijst hoever die verplichting gaat. Moet de administratie echt tot het laatste bonnetje zijn bijgewerkt?
Grondslag aansprakelijkheid
Bestuurders zijn bij faillissement van hun B.V. op grond van artikel 2:248 BW hoofdelijk aansprakelijk voor het tekort in de boedel bij onbehoorlijke taakvervulling en indien aannemelijk is dat die onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement is. Het gaat daarbij om een collectieve aansprakelijkheid van alle bestuurders. Een beroep op de interne taakverdeling (“daar was een andere bestuurder verantwoordelijk voor”) heeft dus geen zin. Een bestuurder kan zijn aansprakelijkheid wel ontlopen door aannemelijk te maken, dat de onbehoorlijke taakvervulling niet aan hem te wijten is en dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen.
Deze vorm van aansprakelijkheid speelt alleen bij faillissement. De curator zal de vordering instellen. Daarbij is het de taak van de curator om de onbehoorlijke taakvervulling te stellen en die stelling met concrete aanwijzingen te onderbouwen. Dat is geen gemakkelijke opgave. Indien echter niet is voldaan aan de publicatieverplichting voor de jaarrekeningen of aan de boekhoudverplichting, dan staat het vast, dat er sprake is van onbehoorlijk bestuur en wordt vermoed (behoudens tegenbewijs door de bestuurder) dat het onbehoorlijke bestuur een belangrijke oorzaak is van het faillissement.
Als een bestuurder dus niet voldoet aan zijn publicatieplicht of boekhoudverplichting staat de curator dus met 2-0 voor bij de start van een procedure.
Wat houdt de boekhoudverplichting in?
Het uitgangspunt van de boekhoudverplichting is, dat een bestuurder te allen tijde de rechten en verplichtingen van de onderneming moet kunnen bepalen. Dat hoeft niet met één druk op de knop, maar het moet wel snel kunnen.
De vraag is nu: Hoe ver gaat die boekhoudverplichting? Wanneer loop ik als bestuurder het risico, dat ik bij faillissement aansprakelijk ben voor het volledige tekort in de boedel?
Er zijn relatief weinig uitspraken over de reikwijdte van de boekhoudverplichting, maar de uitspraken, die er zijn, geven wel een idee.
Er moet in ieder geval sprake zijn van een financiële administratie. Het Hof Amsterdam oordeelde in 2005, dat het niet voldoende is, dat achteraf verklaringen kunnen worden gegeven voor in de administratie opgenomen posten. Als er ten tijde van het faillissement geen financiële administratie is, zodat de vorderingen- en schuldpositie van de onderneming niet zonder meer en onmiddellijk kunnen worden vastgesteld, is niet voldaan aan de boekhoudverplichting.
Soms is zelfs een financiële administratie niet voldoende. Als een goederenadministratie ontbreekt, waardoor voorraadverschillen niet kenbaar worden, is ook niet voldaan de boekhoudverplichting.
Welke eisen worden gesteld aan de boekhouding? Het Hof Leeuwarden heeft in 2007 bepaald, dat niet aan de boekhoudverplichting is voldaan, indien de administratie bestaat uit een cd-rom met nauwelijks te ontcijferen gegevens. Er was overigens ook geen op papier gestelde balans en verlies- of winstrekening.
Verder heeft de bestuurder ook een vergaande taak bij de bewaring van de administratie. Zelfs indien de administratie door een bestuurder bij een derde is opgeslagen en de administratie vervolgens door brand is vernietigd, ontslaat dit een bestuurder niet van zijn verplichting een deugdelijke administratie te voeren en te bewaren.
Hoge eisen
De boekhoudverplichting gaat dus heel ver. Een bestuurder moet zorgen voor het opzetten en bijhouden van een deugdelijke administratie en die administratie moet goed bewaard worden. De administratie hoeft niet volledig te zijn bijgewerkt, maar een bestuurder moet in staat zijn om binnen korte tijd inzicht te krijgen en de rechten en verplichtingen van zijn B.V. Kan de bestuurder dat niet (ten tijde van het faillissement) dan is sprake van onbehoorlijke taakvervulling en is hoofdelijke aansprakelijkheid voor de schulden van de failliete B.V. een feit, tenzij de bestuurder een andere oorzaak van het faillissement kan aanwijzen dan een oorzaak, die gerelateerd is aan het niet voldoen aan de boekhoudverplichting.