Het familiebedrijf wordt vaak omschreven als de ruggengraat van onze economie. Terecht. Helaas loopt het ook wel eens verkeerd. Een dergelijke situatie kan zich bijvoorbeeld voordoen als er ruzie ontstaat tussen de vennoten van een familiebedrijf. Bij ruzie kunnen de emoties hoog oplopen. De rede en rationaliteit verdwijnen dan naar de achtergrond. Gelukkig wordt in conflictsituaties vaak deskundige adviseurs betrokken, die door de professionele afstand beter in staat zijn om een onafhankelijk en objectief oordeel te vormen. Tenminste, dat is het idee. Want als adviseurs zich laten verleiden tot partijdigheid en dit niet voor alle partijen kenbaar is, dan kunnen zij zomaar – tegen wil en dank – onderdeel worden van het conflict. Dit met alle vervelende gevolgen van dien. De volgende casus beschrijft een dergelijk geval.
Wat is er aan de hand?
Een vader en zijn drie zoons besluiten in 2014 een maatschap op te richten. Het betreft een melkveebedrijf. Eén van de zoons besluit om binnen een jaar al uit de maatschap te stappen. Hij heeft niets met het bedrijf, en ervaart daardoor ook een afstand met de andere vennoten. Dit wordt ook afgehandeld. Een andere zoon krijgt op een later moment in 2015 ruzie met zijn vader en besluit daarop zijn werk te staken op de melkveehouderij.
De vader en de overgebleven zoon besluiten uiteindelijk begin 2017 om de vennootschap te ontbinden. De zoon in ruzie gaat hiermee akkoord. Tijdens een gesprek bij de huisaccountant wordt afgesproken dat het voornemen is om de maatschap te ontbinden per 1 januari 2017. Opvolgend aan dit overleg bespreekt de accountant wat er moet gebeuren om uit te treden aan de zoon in ruzie.
De zoon in ruzie gaat niet akkoord met de concept jaarrekening van het jaar ervoor. Hij heeft weliswaar niet gewerkt, maar is nog wel vennoot. De vader en de overgebleven zoon, vinden dat de afspraak bij de accountant om te ontbinden per januari 2017 een formaliteit is. Naar hun mening is de zoon in ruzie al sinds eind 2015 (het ontstaan van de ruzie) al niet meer betrokken in de maatschap.
Bij berekening van de vermogenspositie heeft de accountant de waarde van de gronden gehalveerd, vanwege het feit dat de gronden in verpachte staat zijn ingebracht. Bovendien heeft de accountant de stille reserves niet meegerekend op uitdrukkelijk verzoek van vader.
De vermogenspositie wordt door de huisaccountant gesteld op ruim 300.000 euro. De zoon in ruzie vraagt een andere accountant een vermogensopstelling te maken. Hieruit komt een bedrag van ruim 3 miljoen euro.
Na enkele rechtszaken besluit de rechter om de huisaccountant tuchtrechtelijk te bestraffen. De rechter oordeelt dat de huisaccountant niet de vereiste objectiviteit en onpartijdigheid in acht heeft genomen. De huisaccountant heeft teveel gekeken naar de belangen van vader (waarmee een lange relatie werd onderhouden) en onvoldoende gekeken naar het belang van de zoon in ruzie. Bovendien oordeelt de rechter dat de huisaccountant onzorgvuldig en niet integer heeft gehandeld.
Tip!
Krijgt u te maken met een geschil tussen vennoten? Zorg er dan voor dat uw belangen goed worden behartigd. Advocaten zijn partijdig en daarom bij uitstek geschikt om (alleen) uw belang te dienen. Heeft u een vraag? Praat er eens over met Rob Beks. info@beksadvocaten.nl